Een turnwedstrijd begint met een algemene warming up van 10 minuten. Dit vindt gezamenlijk plaats door alle turn(st)ers die meedoen, maar iedere vereniging doet dit op z’n eigen manier, er wordt dan nog niet geturnd op de toestellen. Na dit opwarmen volgt een opmars op muziek.
Vervolgens wordt iedereen welkom geheten en aansluitend mag je naar het eerste onderdeel lopen. Je gaat dan voor de jurytafel staan met de groep waarin jij bent ingedeeld en er wordt dan gezamenlijk uitgestrekt naar de jury, dit wordt presenteren genoemd, en dan kan het inturnen bij het eerste toestel beginnen. Dit inturnen duurt ook 10 minuten.
Na het inturnen volgt wedstrijdronde 1, alle turn(st)ers zitten dan aan de kant op een bank. Als een turn(st)er aan de beurt is loopt hij/zij met haar train(st)er naar het toestel en wacht daar totdat de jury een teken geeft om te beginnen. De turn(st)er strekt zich uit en doet zijn/haar oefening op het toestel en als hij/zij klaar is strekt hij/zij zich nogmaals uit. Het eerste onderdeel zit er dan op.
Als alle turn(st)ers in de zaal klaar zijn met het eerste toestel, presenteren de turn(st)ers zich wederom voor de jurytafel af en lopen naar de jurytafel van het tweede toestel.
Ook hier gaan zij zich weer presenteren wat gevolgd wordt door 10 minuten inturnen aan het tweede toestel gevolg door de 2e wedstrijdronde.
Na vier wedstrijdronden (sprong, brug, balk en vloer) zit de wedstrijd erop. Dan is het wachten totdat alle uitslagen zijn verwerkt bij de wedstrijdtafel.
Tot slot is de afmars en de prijsuitreiking.
Voor zowel de selectie als de recreatie meisjes is voor de wedstrijden vanuit de vereniging een turnpakje beschikbaar.