Wedstrijdindeling, niveau’s en oefenstof

Wedstrijdindeling en niveaus

Er zijn in Nederland verschillende soorten wedstrijden. Deze wedstrijden hebben verschillende leeftijden en niveaus Landelijke wedstrijden.

NTS- A (regionaal en eventueel bij doorstroming landelijk)

NTS- B (regionale wedstrijden)

NTS- C (regionale wedstrijden)

NTS staat voor: Nationaal Turn Systeem

Het NTS is een landelijk systeem. De oefenstof is ontwikkeld door de gymnastiekbond de KNGU en geldt voor alle turnsters en verenigingen van heel Nederland.

KNGU staat voor: Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie.

Landelijk NTS A NTS B NTS C
Mini instap D2 en D3
Instap N1 en N2 Instap D1 Instap D2 en D3
Pupil 1 N1 en N2 Pupil 1 N3 Pupil 1 D1 en D2 Pupil 1 D3 en D4
Pupil 2 N1 en N2 Pupil 2 N3 Pupil 2 D1 Pupil 2 D2, D3 en D4
Jeugd 1 N1, N2 en N3 Jeugd 1 N4 Jeugd 1 D1, D2, D3 en D4
Jeugd 2 suppl. C en D Jeugd 2 suppl. E en F Jeugd 2 suppl. G en H
Junior suppl. B en C Junior suppl. D en E Junior suppl. F, G en H
Senior suppl. A en B Senior Suppl. C en D Senior suppl. E, F, G en H

Voor seizoen 2018/2019:

Instap      (Sporter is/wordt 9 jaar in 2019)
Pupil 1     (Sporter is/wordt 10 jaar in 2019)
Pupil 2     (Sporter is/wordt 11 jaar in 2019)
Jeugd 1   (Sporter is/wordt 12 jaar in 2019)

Oefenstof

De volgorde van de verplichte oefenstof die bestaat uit choreografie en elementen loopt qua niveau in een lijn van makkelijk naar moeilijk. Dat maakt het mogelijk dat iedereen op zijn eigen niveau kan turnen, wat enorm fijn is. Wedstrijden zijn zowel dus op leeftijd als op niveau ingedeeld. D4 is makkelijker dan D3,  D1 is weer makkelijker dan N4. Voor de verplichte oefenstof betekent dit dat D4 het laagste niveau is en N1 het hoogste niveau, echter worden vanaf bepaalde leeftijden, bepaalde niveaus niet aangeboden. In het schema is te vinden welke niveaus er in de NTS A, B en C aangeboden worden met de daarbij horende leeftijdscategorieën.

Verdere details over de oefenstof maar ook over jurering, wedstrijddagen, etc. via de volgende link:

Dames

Heren

Onder het kopje “voorgeschreven oefenstof” op deze pagina’s is per niveau een you tube voorbeeld filmpje te vinden.

Wedstrijdcijfers

Een cijfer bij turnen is opgebouwd uit twee cijfers die uiteindelijk samen één cijfer vormen.

D-score + E-score = Eindcijfer

De D- score gaat over de inhoud van de oefening, dus of een turn(st)ers conform de oefenstof turnt en dus niets vergeet, verwisseld, etc. Deze verplichte oefenstof is door de KNGU vastgesteld. Het niet precies in de juiste volgorde en niet precies aan de elementen houden, dan wel aan de choreografie houden, geeft puntenaftrek.

Vooraf is door de KNGU vastgesteld welke beginwaarde een oefening heeft. Daarnaast kan een turnster nog kiezen voor makkelijkere of moeilijkere elementen.  Afhankelijk daarvan wordt de nieuwe waarde bepaald, een moeilijker element geeft bonuspunten, mits dit goed is uitgevoerd en een makkelijker element geeft waarde vermindering.

De E-score gaat over de uitvoering van de oefening, of iets netjes en technisch perfect wordt uitgevoerd. De E-score begint altijd bij 10.00 punten. Dit is voor iedere turnster gelijk, van die 10.00 punten worden dus punten afgetrokken voor kromme tenen, benen, wiebels, houdingsfouten etc.

Bij het niet goed uitvoeren van bonuselementen kunnen er zoveel extra aftrekken uit voort vloeien, dat een trainster kan besluiten dat het toch verstandiger is om de basiselementen uit te gaan voeren. Zo overweegt een trainster bij iedere turnster afzonderlijk wat voor haar het beste is, om op die manier een zo hoog mogelijk score te krijgen. Soms is het dus beter om een lagere D-score te hebben welke beter uitgevoerd wordt, waardoor je een veel hogere E- score haalt en daardoor uiteindelijk ook een hogere eindscore krijgt.